Deze e-learning bereidt je voor op dagdeel 2 van de CooL Tweedaagse.
Voordat we in lesdag 2 duiken… nog even een presentatie met een aantal speerpunten uit de 1e lesdag: PDF-CooL-onderwijsmodule-dag-1-E-learning.
Voordat je met een leefstijlprogramma start, is het van belang dat je voor jezelf een overzicht maakt van de kosten en opbrengsten. Dat geeft inzicht in de haalbaarheid van je plannen.
Voor het CooL-programma geldt er een maximaal NZa-tarief per prestatie per deelnemer. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen de intake, 4 kwartalen in het 1e jaar en 4 kwartalen in het 2e jaar. De gedachte hierachter is dat je minder contactmomenten in het 2e jaar hebt waarmee het kwartaalbedrag lager wordt.
De tarieven voor 2021 zijn door de NZa vastgesteld en hier gepubliceerd.
Naast de financiële insteek, kun je ook breder kijken naar de investeringen en opbrengsten van CooL of een ander leefstijlprogramma. Voor CooL zou dit er als volgt uit kunnen zien:
OPBRENGSTEN | KOSTEN |
Aantal deelnemers x tarief | Huur groepsruimte |
Ervaring in de zorgsetting | Huur individuele gespreksruimte |
Waardevolle contacten | Professionaliteitskosten |
“Vlieguren” | Licentiekosten |
Ervaring met groepen en individuele gesprekken | Materiaal |
Opdracht 1: Hoe ziet jouw CooL Business Case eruit? Maak voor jezelf inzichtelijk welke kosten en opbrengsten het CooL-programma voor jou met zich meebrengt. Probeer daarin ook een onderscheid te maken tussen de punten die je direct aan CooL kunt toeschrijven (bijvoorbeeld de jaarlicentiekosten) en punten die je aan de professionele uitvoering van je rol als leefstijlcoach kunt toewijzen (bijvoorbeeld je opleiding tot leefstijlcoach, je inschrijving bij de KvK).
De financiering van de GLI (en dus het CooL-programma) uit de Zorgverzekeringswet maakt het toegankelijk voor deelnemers die dit vaak niet zelf kunnen financieren. Dit betekent dat er in veel gevallen een relatief hoge instroom is van deelnemers met een lagere sociaal economische status (lage SES). Zie onderstaande tabel voor een inkijkje in de demografische gegevens van de CooL-deelnemers uit de pilot.
Bij het werken met deelnemers met lage SES komen vaak problemen aan bod die een aanvullende expertise van de leefstijlcoach vragen. Denk bijvoorbeeld aan deelnemers die te maken hebben met schuldenproblematiek, werkeloosheid of laaggeletterdheid. Hier is ook weer een link te leggen met de leefstijlketen uit les 1. Maar ook als je wilt werken met heel specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld CooL bij een sociale werkvoorziening, CooL bij mensen met Diabetes Mellitus type 2) is het van belang dat je aansluiting vind bij je doelgroep. In sommige gevallen zal dat makkelijk gaan, in andere gevallen vind je dat wellicht lastiger.
Ongeacht de samenstelling van je deelnemersgroep laten deelnemers verschillend gedrag zien. Sommigen zijn heel dominant aanwezig, anderen juist heel erg op de achtergrond. Je hebt de veel-vragers maar ook diegenen die het altijd beter weten.
Opdracht 2: beschrijf het type deelnemer waar jij mee worstelt. Welk gedrag laat deze deelnemer zien? Wat maakt dit gedrag moeilijk voor jou? En wat triggert dit gedrag bij jou? Beschrijf het in maximaal een 1/2 A4-tje. In de tweede lesdag gaan we hiermee aan de slag.
Tijdens de lesdag maken we gebruik van de BALINT-methode voor intervisie. Lees bijgevoegde uitleg alvast door: dan weet je hoe we te werk zullen gaan. Zie dit document voor de uitleg: INTERVISIE-de-balintmethode
Hieronder vind je alle documentatie van het CooL-programma zoals dat ten tijde van de pilot heeft gedraaid. De materialen zijn geordend per sessie. De draaiboeken zijn geclusterd voor het basisprogramma en voor het onderhoudsprogramma.
Helemaal onderaan (format huiswerkopdracht CooL) vind je daarnaast het format dat je nodig hebt voor de uitwerking van je werkvorm voor het tweede dagdeel.
Draaiboeken en ondersteunend materiaal – basisprogramma
Materiaal per sessie -basisprogramma
Draaiboeken en ondersteunend materiaal – onderhoudsprogramma
Materiaal per sessie -onderhoudsprogramma
De situatie: CooL is in de pilot ontwikkeld vanuit een action-oriented approach. Dit betekent dat gedurende het onderzoek het programma continue aangepast en verbeterd werd aan de hand van de inzichten die uit het onderzoek naar voren kwamen.
De uitdaging: Eén op één overnemen van een interventie vanuit de gecontroleerde onderzoeksfase naar de dagdagelijkse werkelijkheid is lang niet altijd mogelijk omdat de omgevingscontext een grote rol speelt.
Een oplossing: Werken met een open interventie waarbij de interventie niet in steen gebeiteld is maar aangepast kan worden aan de context waarbinnen de interventie wordt uitgevoerd. Door de werkzame elementen van de interventie te benoemen en die te borgen in de uitvoering is er toch sprake van één CooL-programma.
Wat is dan een werkzaam element?
Werkzame elementen zijn de essentiële succesfactoren oftewel de bouwstenen van een effectieve interventie die een professional minimaal moet overnemen bij de toepassing van de interventie in de eigen praktijk doelgroep, en/of wijk.
Oftewel… de werkzame elementen zorgen dat de interventie doet wat het moet doen. Dit zijn dan ook de elementen die je absoluut wilt behouden als je aanpassingen doorvoert.
Het overzicht van de werkzame elementen van het CooL-programma vind je in bijgevoegde tabel. Goed om te weten: deze tabel vinden wij niet erg overzichtelijk maar voldoet aan de eisen die gesteld zijn door het Loket Gezond Leven van het RIVM. We zijn dan ook bezig om de werkzame elementen van CooL op een andere manier duidelijk(er) te presenteren!
Een samenvatting van de belangrijkste inhoudelijke werkzame elementen uit deze tabel staat hieronder:
En de belangrijkste organisatorische werkzame elementen:
In een werkvorm die je gebruikt tijdens een groepssessie kunnen meerdere werkzame elementen verweven zitten. Ook kan een werkvorm naar meerdere einddoelstellingen toewerken. Zodra je aanpassingen in het programma (de werkvormen) gaat doorvoeren zul je moeten nadenken of je dan nog steeds dezelfde werkzame elementen behoudt en of het toewerken naar de einddoelstellingen nog geborgd is.
Tijdens lesdag 1 hebben we jullie laten proeven aan verschillende werkvormen rondom slaap. Elke werkvorm is anders en geeft een andere insteek. Toch zul je zien dat veel werkvormen naar vergelijkbare einddoelstellingen toewerken en ook grote overlap in werkzame elementen kennen. Soms kun je met een kleine aanpassing net weer wat extra “werkzaams” toevoegen. Een mooie uitdaging voor jou als leefstijlcoach!
Aan het einde van lesdag 1 hebben we kort toegelicht hoe je einddoelstellingen en werkzame elementen in je werkvorm kan toepassen. Ook hebben we daarbij de verschillende onderwerpen van de werkvormen verdeeld, zo gaan sommige aan de slag met een werkvorm rondom slaap, anderen met voeding en weer anderen met bijvoorbeeld het thema terugval.
Opdracht 3: ontwikkel een eigen werkvorm en vermeld erbij naar welke einddoelstelling(en) je toewerkt. Ook benoem je welke werkzame elementen er in jouw werkvorm aan bod komen. Gebruik daarbij het format uit dit document: Format-voor-de-werkvorm-van-de-CooL-training
Je mag voor je uitwerking een bestaande werkvorm uit de CooL bestanden als basis gebruiken en hierop een variant maken. Je mag uiteraard ook een geheel eigen inbreng doen als werkvorm!
Een aantal van jullie werkvormen zullen we tijdens de les behandelen. We zullen je dan vragen om heel kort te schetsen hoe je werkvorm eruit ziet en naar welke doelstelling je toewerkt. Ook bespreken we dan de werkzame elementen die in jouw werkvorm terugkomen.
Je hebt nu alle voorbereidende lesstof van lesdag 2 gehad en je bent klaar voor de opdrachten! Tussen de lesstof door heb je de opdrachten 1 t/m 3 al zien staan. Klik hieronder in de balk op de Opdrachten en upload je bestand met de uitwerkingen. Zorg dat je uitgewerkte opdrachten uiterlijk 2 lesdagen voor de start van je eerste lesdag in het systeem zijn geupload.
Let op: je kunt slechts 1x de opdrachten aanleveren! Zorg dus dat je je definitieve versie aanlevert.
Denk daarbij aan het volgende: