Vraag en antwoord: de GLI-monitor

8 november 2022 | Algemeen

Het RIVM heeft vorig jaar de GLI-monitor in het leven geroepen. Veel CooL-coaches vullen deze al in voor hun deelnemers, maar nog lang niet iedereen. Terwijl het van groot belang is voor het voortbestaan van de GLI dat álle GLI-coaches de GLI-monitor invullen! Er blijken veel vragen over de GLI-monitor te zijn en waarom dit naast de CooL-resultaatmeting moet bestaan. Expertisecentrum Leefstijlinterventies ging in gesprek met Marije Oosterhoff van het RIVM en zet de belangrijkste vragen op een rij.

Wat is het verschil tussen het GLI-register en de GLI-monitor?
De GLI-monitor is de naam van het onderzoek dat het RIVM uitvoert. De monitor brengt bijvoorbeeld in kaart waar in Nederland de implementatie van de GLI-programma’s in meer of mindere mate op gang komt en hoe de zorguitgaven, gezondheid en kwaliteit van leven van de GLI-deelnemers zich ontwikkelen. De opdrachtgever van het onderzoek is het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), maar het ministerie doet dit op verzoek van de Tweede Kamer. Om de vragen van het ministerie te kunnen beantwoorden worden twee soorten gegevens gebruikt: declaratiegegevens en gegevens uit het GLI-register. Het GLI-register is een online dataverzameling. GLI-behandelaren worden uitgenodigd om gegevens over GLI-deelnemers op te nemen in het GLI-register. Kortom, de GLI-monitor is de naam van het onderzoek dat het RIVM doet en het GLI-register is de online dataverzameling die voor het onderzoek wordt gebruikt.

Wat gebeurt er met de data van het GLI-register?
De deelnemers die in het GLI-register bekend zijn, hebben toestemming gegeven voor het gebruik van hun gegevens voor onderzoek naar de GLI door het RIVM. Het bedrijf MRDM, de bouwer van het GLI-register, maakt een bestand dat naar het RIVM wordt gestuurd. In dit bestand staat niet de naam, geboortedatum en postcode van de deelnemer, maar alleen de leeftijd en de woonplaats van een deelnemer. Hierdoor is het bestand niet herleidbaar naar een deelnemer. Dit betekent dat je niet kunt zien bij wie de gegevens horen. Het RIVM rapporteert twee keer per jaar over de gegevens. In deze rapportages staan alleen de gemiddelde gegevens voor een grote groep deelnemers.

Een deel van de GLI-deelnemers heeft ook toestemming gegeven voor het doorsturen van de gegevens naar het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het bedrijf MRDM, de bouwer van het GLI-register, stuurt de gegevens van het GLI-register met een goede beveiliging naar het CBS. Door medewerkers van het CBS worden de gegevens gekoppeld aan gegevens over zorggebruik (declaratiegegevens) en aan kenmerken van deelnemers zoals bijvoorbeeld de grootte van hun huishouden. Het CBS verwijdert vervolgens de geboortedatum en de postcode van de deelnemers. De onderzoekers van het GLI-team van het RIVM doen onderzoek in de beveiligde CBS-omgeving en zien niet bij wie de gegevens horen.

Die koppeling met Vektis en CBS-data, wat levert dat op en wat kunnen CooL-uitvoerders ermee?
De gegevens uit het GLI-register worden gekoppeld aan declaratiegegevens en met gegevens van CBS over achtergrondkenmerken zoals bijvoorbeeld de grootte van het huishouden en opleidingsniveau van deelnemers. Hiermee kan het RIVM onderzoeken voor welke groepen deelnemers een GLI meer of minder effectief is en hoe kosteneffectief een GLI is. Het voordeel van de koppeling met CBS gegevens is dat uitvoerders geen informatie over achtergrondkenmerken van deelnemers hoeven te verzamelen en deze niet hoeven vast te leggen in het GLI-register. Dit bespaart GLI-uitvoerders tijd.

Met de gegevens uit het GLI-register wordt spiegelinformatie gemaakt. CooL-uitvoerders kunnen hun eigen spiegelinformatie bekijken. De spiegelinformatie geeft elke CooL-uitvoerder een overzicht van de gegevens van de eigen deelnemers en vergelijkt dit met de gemiddelden voor alle aanbieders in Nederland, voor aanbieders in dezelfde GGD-regio, en voor aanbieders van hetzelfde GLI-programma. In de spiegelinformatie staan algemene gegevens zoals de gemiddelde leeftijd van deelnemers en het percentage deelnemers dat is uitgevallen, en meetgegevens zoals het verloop van het gemiddelde gewicht, BMI en buikomvang van de deelnemers over de tijd.

Als CooL-uitvoerder kan je met de spiegelinformatie de resultaten van je eigen deelnemers vergelijken met de gemiddelde resultaten van andere uitvoerders. Deze spiegelinformatie is anoniem. Als Cool-uitvoerder weet je dus niet met welke aanbieders jouw resultaten vergeleken worden. Uitvoerders krijgen toegang tot spiegelinformatie wanneer zij gegevens van ten minste 10 deelnemers in het register hebben vastgelegd. Dit zorgt ervoor dat informatie niet te herleiden is tot een deelnemer of een GLI-uitvoerder. Je kan inloggen op een aparte applicatie om de spiegelinformatie te zien en je krijgt een e-mail wanneer er spiegelinformatie op deze pagina klaarstaat.

Waar kan ik praktische informatie vinden?
Wil je meer weten over het onderzoek van het RIVM naar de GLI? Kijk dan hier: www.rivm.nl/gli
Hier vind je ook een video met uitleg over het onderzoek en uitleg over het toestemmingsformulier (https://www.rivm.nl/gecombineerde-leefstijlinterventie/meedoen). Deze video is gemaakt voor GLI-deelnemers en voor uitvoerders. Je kan deze video dus ook laten zien aan deelnemers of de link naar de video verspreiden. Op de website www.rivm.nl/gli vind je ook de factsheets van de GLI-monitor die het RIVM heeft gemaakt. Heb je vragen over het onderzoek (de GLI-monitor) of wil je informatiefolders en toestemmingsformulieren ontvangen? Stuur dan een e-mail naar GL*********@ri**.nl.

Wil je je aanmelden bij het GLI-register? Hier vind je de aanmeldlink: https://www.rivm.nl/onderwerpen/gecombineerde-leefstijlinterventie/gli-aanbieden/gli-register/aanmelden.

Het bedrijf MRDM, de bouwer van het GLI-register, heeft een website gemaakt met praktische informatie over het GLI-register: https://support.mrdm.com/nl/rivm/gli/. Hier vind je uitleg en video’s over het aanmeldproces, welke informatie  in het GLI-register staat en over hoe je gegevens kunt wijzigen. Heb je vragen over het GLI-register of loop je tegen problemen aan? Neem dan contact op met de servicedesk van MRDM op telefoonnummer 088 57 000 30 of per e-mail via se*********@mr**.nl. De servicedesk helpt je graag verder.

Waarom kan de GLI-monitor niet samengevoegd worden met de CooL-resultaatmeting?
Voor een deel gaat de resultaatmeting van CooL samen met het GLI-register. Veel gegevens die in het GLI-register staan zijn namelijk verwijderd uit de CooL-resultaatmeting. Enkele gegevens staan zowel in de CooL-resultaatmeting als in het GLI-register en deze kleine overlap is niet te vermijden. Persoonsgegevens zoals geboortedatum, geslacht en postcode zijn nodig om de gegevens van de registraties te kunnen koppelen aan andere gegevens zoals de declaratiegegevens en CBS gegevens. Deze gegevens worden in beide registraties op één moment uitgevraagd.

De meetgegevens (gewicht, lengte en middelomtrek) staan ook in beide registraties. Dit komt omdat de niet-herleidbare gegevens uit het GLI-register niet gekoppeld kunnen worden aan de gegevens die de interventie-eigenaar heeft over bijvoorbeeld de leefstijl van de deelnemer. De lengte wordt op één moment uitgevraagd en het gewicht en de middelomtrek worden op drie momenten uitgevraagd. Tot slot staan er in beide registraties gegevens over niet-starten met het programma en over uitval. De uitvalredenen waarnaar wordt gevraagd verschilt tussen beide registraties. Deze gegevens worden op één moment uitgevraagd en hoeft alleen te worden ingevuld voor de deelnemers die uitvallen. We kijken of we de vragen over niet-starten en uitval in de toekomst makkelijker kunnen maken.

Waarom is het belangrijk om zowel de resultaatmeting CooL als de GLI-monitor in te vullen?
Vanaf het moment dat GLI’s zijn opgenomen in de basisverzekering in 2019 ontstond de behoefte om de implementatie van de GLI in Nederland te monitoren. Het ministerie van VWS wil weten wat het aanbod en het bereik is, wat de effecten en de kosten zijn en hoe kosteneffectief de GLI-programma’s zijn. Dit is nodig om een beslissing te kunnen nemen over voortzetting van vergoeding van de GLI’s uit de basisverzekering.

De gegevens uit het GLI-register zijn nodig om de vragen van het ministerie van VWS te kunnen beantwoorden. Deze helpen dus om kennis en bewijs over de GLI op te bouwen en om ervoor te zorgen dat er een goede beslissing gemaakt kan worden over de vergoeding van de GLI. Er is afgesproken dat het GLI-register alleen een kleine set gegevens bevat die nodig zijn voor de monitoring van de GLI.

Het GLI-register bevat geen gegevens over bijvoorbeeld de leefstijl van deelnemers en hoe deelnemers het traject hebben ervaren. Deze gegevens staan wel in de CooL-resultaatmeting. Deze gegevens zijn belangrijk om verdiepend onderzoek te kunnen doen naar CooL en om het CooL-programma nog verder te verbeteren. Het is dus belangrijk om de CooL-resultaatmeting én om het GLI-register in te vullen: op deze manier kunnen uitvoerders helpen om CooL verder te verbeteren én bijdragen aan voortzetting van de vergoeding en een goede toegankelijkheid van de GLI-programma’s in Nederland.


NIEUWS

Ik meld mij aan voor de CooL Nieuwsbrief voor professionals: