De nieuwe pilot Sport en Zorg van NOC*NSF draait inmiddels op volle toeren. In drie Brabantse gemeenten werken CooL-coaches mee aan een warmere overdracht voor deelnemers naar het lokale sport- of beweegaanbod. “De pilot bevordert niet alleen het bewegen van de deelnemers, maar verhoogt ook het werkplezier van de CooL-coaches.”

Na het tekenen van het Nationaal Preventieakkoord in 2018 begon Trudy van der Veen, projectleider bij NOC*NSF, met oriënterende gesprekken met verschillende stakeholders uit de zorg. Anderhalf jaar geleden benaderde zij Mariska de Rouw, BLCN-voorzitter. De gedachte: mensen die al in de zorg bekend zijn, hebben profijt van meer sportieve beweging en dat is tegelijk het doel van NOC*NSF. Een samenwerking zou een win-winsituatie moeten zijn. En die voorspelling lijkt nu al het geval, vindt De Rouw. “Het blijkt een gouden combinatie. Van de deelnemende CooL-coaches horen we dat er minder uitval in de groepen is, meer groepsbinding én meer werkplezier voor de coaches! De buurtsportcoaches zijn ook enthousiast, want meer mensen naar het lokale sportaanbod laten doorstromen is ook hun doel.”

Meer sportplezier
De voorlopige resultaten lijken veelbelovend, maar wat houdt de pilot precies in? “Een onderdeel van de pilot ‘Sport en Zorg’ focust zich op mensen die deelnemen aan een GLI”, vertelt Van der Veen. We zijn daarvoor een samenwerking aangegaan met CooL-coaches uit de gemeenten Eindhoven, Veldhoven en de Kempen. De CooL-coaches konden zich daar zelf voor opgeven. Het is ons doel om CooL-deelnemers de kracht en het plezier van sport en bewegen te laten ervaren ze warm toe te leiden naar het lokale sportaanbod, zodat ze ook na de GLI met plezier blijven sporten of bewegen.”

Samenwerking
In de pilot is veel aandacht besteed aan het opzetten van de samenwerking tussen de leefstijlcoaches en de lokale sport. Van der Veen: “Belangrijk daarbij is dat CooL-coaches een netwerk binnen de sport opbouwen, in plaats van zelf sportgelegenheid te organiseren. Zoek de samenwerking met elkaar en spreek af tot waar de verantwoordelijkheid van de leefstijlcoaches gaat en waar die van de buurtsportcoach start. De exacte uitvoering verschilt per regio, maar op alle locaties geldt dat er veel aandacht is besteed aan de samenwerking tussen de leefstijlcoaches en de lokale sport. De CooL-coaches kennen de cliënten, de lokale sportorganisatie heeft kennis van het sportaanbod.”

Samen sporten uitproberen
Een voorbeeld van hoe de implementatie in een van de gemeenten is opgezet: In tien weken tijd gaan CooL-deelnemers met hun eigen groep een soort ‘proeverij’ doen langs verschillende sporten. Van der Veen: “In de eerste week starten ze in de sportschool waar hun individuele belastbaarheid getest wordt. Ze moeten immers wel veilig kunnen sporten én vertrouwen krijgen in hun eigen lichaam en kunnen.” In de weken daarna hebben ze elke week aan andere sport of activiteit samen. De Rouw: “In week twee komt de buurtsportcoach langs voor een praatje en in week acht komt diegene nogmaals terug om te kijken bij welke vereniging de deelnemers zich willen aansluiten. Het is echt de bedoeling om drempels weg te nemen en te zorgen voor een warme overdracht.”

Succesfactoren
Het sporten samen met de CooL-groep geeft de meeste deelnemers al een enorme motivatieboost, constateren zowel De Rouw als Van der Veen. Na afloop van de 10 weken wordt door middel van vragenlijsten en een gesprek gemeten hoeveel meer de deelnemers zijn gaan bewegen én of ze plezier aan bewegen of sporten beleven. Uiteindelijk levert de pilot een aantal succesfactoren op die in een document gegoten worden waarmee andere CooL-coaches makkelijker in hun eigen regio ook de doorstroom naar het lokale sportaanbod kunnen bevorderen. “Daarin staan onder anderen namen van functies die cruciaal zijn om bij de gemeente te benaderen, de cijfers van de pilot en een opzet hoe dit aangepakt kan worden”, vertelt Van der Veen. “Elke gemeente is anders, maar we willen de opgedane kennis en instrumenten uit de pilotfase graag verspreiden naar meer locaties en CooL-coaches, dus het zal altijd maatwerk blijven. We hopen hiermee de weg voor CooL-coaches makkelijker te maken.” De Rouw vult aan: “Onthoud dat dit een marathon is en geen sprint. Het heeft altijd voeten in de aarde om zo’n samenwerking op te zetten.”